Fietsen langs de IJssel
geeft een uitzicht op het voor den Ollander belangrijke waterplezier.
De interessante bonte stoet aan vaartuigen geeft elk voor
zich een heel verhaal weer. Het is verassend te zien met welk soort vaartuig
families en stellen zich op het water begeven en daarbij wars zijn van enige
vaar-kennis.
Te noemen de zogenaamde bijna sloopboot. Meestal een stalen romp voorzien van
een zelfgemaakte opbouw en niet te vergeten op de achterplecht een baldakijn
tegen de zon. De boot is vol met
familieleden die samen voldoende gewicht meebrengen om de waterlijn naar
verontrustende hoogte te krijgen. Pa cq
een van de andere heren heeft een hogere zit met het spaken roer voor zich. Het
sturen doen we dan met de voeten en dat houdt de handen vrij om rustig een
flesje bier te nuttigen. Ma en sof andere vrouwelijke deelnemer op het
voorplecht inmiddels al ruim gebakken en getooid in textiel dat niet in
verhouding staat met de hoeveelheid te bedekken delen.
De snelheid is laag en achter de boot blijft een blauwe tunnel de boot volgen.
Dan krijgen we de inhaaloefening van een motorboot, meestal
wit met een of meer verdiepingen en aan het geluid te horen veel
paardenkrachten in het ruim. Voorzien van 4 gashendels op de bestuurdersplaats.
De kapitein zit op een fauteuil in lichte tinten. Aan de omvang van het zich
boven de dure bermuda tonende middenrif is duidelijk te begrijpen, dat het hier
iemand is waar het aan den vleze gaat en
dit ruim wil tonen. Ook hier is de plecht bezet. Meestal met een langharige en
langbenige ranke schoonheid. Schoonheid die in veel gevallen in leeftijd en
proporties meer de dochter dan wel de
nicht van de eigenaar zou kunnen zijn. De schoonheid getoond in een zeer
schaars bedekkende bikini en daarbij horende zonnebril van het merk K of G. De interesse
evenredig aan de hoeveelheid plastic dekking en middenrif omvang van de eigenaar.
Deze geef dan even ruim gas om er met ronkende uitlaten zijn bijdrage aan de
blauwe uitlaattunnel luster te geven. De ingehaalde familieboot komt dan in een
gevaarlijke waterdans te liggen, gelukkig zonder ernstiger gevolgen.
Tussendoor hebben we de jeugd die met snelle rubber boten en of waterscooters
wars van enige regels met volle snelheid de rivier om en af varen. Het gaat
daarbij om snelheid en vooral veel herrie maken. Ruime kniebroeken en de
zonnebril op. De eerste verbrandingen op de schouders zichtbaar en liefs ook voorzien
van harde muziek hun aanwezigheid op het
water kracht bij wensen te stellen.
Dan hebben we de eenzame roeier op een skiff die als een
waterloper stil en sierlijk over het water glijdt. Vogels blijven rustig
doorzwemmen en er is rust.
Dat laatste is maar van korte duur want het peloton gemotoriseerde vaartuigen
gaat allengs sneller dan een roeiboot. Een aangezien een skiff een stuk kleiner
is dan alle ander vaartuigen hebben de laatsten, naar hun mening, het volste
recht geen rekening te houden met de skiff. Dan wordt het roeien opeens een
serieus open water roeien. Met golven die het in Scheveningen ook goed zouden
doen. Dan wordt het hard werken voor de
roeier om niet om te slaan dan wel een volle bak water aan boord te krijgen.
Weg snelheid, weg rust en maar dansen op de baren. Gelukkig komt de rivier in
stappen weer tot rust en kan de waterloper zijn tocht voortzetten.
Aan de kant zitten de groene kabouters met groene tenten en minstens 5 hengels aan
het water in het oneindige te staren naar de Fata Morgana van die grote snoek
die ooit uit het water zal worden gehaald.
Boven is de lucht staalblauw en een ooievaar laat zich lui door de stijgende
lucht in lome rondjes meevoeren.
Op de dijk hoor ik enkel nog de ruis van mijn banden… en dat is goed