in de taal van de scheepswerven. Als acadeem eerste baan in de
vorige eeuw begonnen bij de werf Verolme.
Het laatste op deze werf gebouwde schip was net de helling van dok 7
afgegleden en daarmee was voor Verolme de nieuwbouw de waterweg afgedreven.
Reparatie was het devies. Grieken en andere landen deden de werf aan. Wrakken
van schepen die eigenlijk een plek in het diepe verdienden werden door ons keer
op keer weer opgekalefaterd om de wereldzeeën
te bevaren. In de hal was de
werkbaas een oudere man op klompen
die de verwerking van de staalplaten tot onderdelen voor schepen onder
zijn hoede nam. In een donkere overall
gekleed ,klompen aan en met de eeuwige
shagsigaret, zware van Nelle, in de mond. Op alles toezag en in
meerdere talen iedere nationaliteit uit
kon schelden. Integratie bestond indertijd uit bek houden en aangesproken
worden met steenkolen Nederlands. Niet lullen maar poetsen. Wennen aan de werf
eigen eetgewoonten die de kantine je kon bieden. Fameus waren de speklapjes. Ik
wist niet dat het bestond. Spekklappen die licht gepaneerd in de olie werden
gebakken en drijvend in het vet in een wit bakje werden opgediend. Genoeg
cholesterol om een paard te vellen. Maar als je met een straffe Noorden wind, 10
graden vorst en 20 meter hoog op een stelling aan de scheepswand staat te
lassen verdwijnt dit vet binnen de kortste keren als sneeuw voor de zon. Rondje
werf en je had weer honger.
De werkplaatsbaas wist van het handwerk. Zag hem op een dag een medewerker uit leggen op welke plekken een stalen plaat onder 30 ton wals gehouden moest worden om tot een mooi ronde plaat voor een achterschip te komen. Cad cam was nog verre toekomst. Klomp uit ,geitenharen sok op de koude vloer en met een krijtje op de achterkant van de klomp aangeven waar een =tikje= aan de plaat gegeven moest worden om het gewenste resultaat te krijgen. Soms ging het ook iets minder als het timmermansoog te wensen over had gelaten. Achterschip past niet. Niet getreurd 60 breekijzers uit het magazijn gehaald en in de opening mee gelast, het past. Plamuur en een lik verf en je ziet er niets meer van. Een vergane harde wereld waar nationaliteiten er weinig toe deden, werken en verdienen, trots zijn op je product de doelstelling waren. Niet beter maar het voelde wel zo.
De werkplaatsbaas wist van het handwerk. Zag hem op een dag een medewerker uit leggen op welke plekken een stalen plaat onder 30 ton wals gehouden moest worden om tot een mooi ronde plaat voor een achterschip te komen. Cad cam was nog verre toekomst. Klomp uit ,geitenharen sok op de koude vloer en met een krijtje op de achterkant van de klomp aangeven waar een =tikje= aan de plaat gegeven moest worden om het gewenste resultaat te krijgen. Soms ging het ook iets minder als het timmermansoog te wensen over had gelaten. Achterschip past niet. Niet getreurd 60 breekijzers uit het magazijn gehaald en in de opening mee gelast, het past. Plamuur en een lik verf en je ziet er niets meer van. Een vergane harde wereld waar nationaliteiten er weinig toe deden, werken en verdienen, trots zijn op je product de doelstelling waren. Niet beter maar het voelde wel zo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten